Vertalen translate

Werkwoorden met de 3e naamval

  • begegnen = tegenkomen
    Ik ben hem in de stad tegengekomen. &#; Ich bin ihm in der Stadt begegnet.
  • danken = danken / bedanken
    Ik dank u voor uw medewerking.- Ich danke Ihnen für Ihre Mitarbeit.
  • folgen = volgen
    Volgt u mij alstublieft.- Bitte folgen Sie mir.
  • gefallen = bevallen
    Hoe bevalt het je ? &#; Wie gefällt es dir ?
  • gehen = gaan met
    Hoe gaat het met je ?- Wie geht es dir ?
  • gelingen = lukken
    Niks lukt mij vandaag. &#; Nichts gelingt mir heute.
  • gehören = zijn van, toebehoren aan
    Het huis is van haar. &#; Das Haus gehört ihr.
  • glauben = geloven
    Ik geloof je niet. &#; Ich glaube dir nicht.
  • gratulieren = feliciteren
    Heb je hem al gefeliciteerd ? &#; Hast du ihm schon gratuliert ?
  • helfen = helpen
    Waarom helpt men die mensen niet ? &#; Warum hilft man den Leuten nicht ?
  • kondolieren = condoleren
    U kunt haar morgen condoleren. &#; Sie können ihr morgen kondolieren.
  • leid tun = spijten
    Het spijt mij. &#; Es tut mir leid.
  • sagen = zeggen tegen
    Ik heb het toch tegen je gezegd ? &#; Ich habe es dir doch gesagt ?
  • raten = aanraden
    Ik zou je aanraden nog even te wachten. &#; Ich würde dir raten, noch kurz zu
    warten.
  • (ver)trauen = vertrouwen
    Hij vertrouwde niemand meer. &#; Er (ver)traute keinem mehr.
LET OP

Ook veel werkwoorden, die met een voorzetsel met de derde naamval (eigenlijk: een voorvoegsel) beginnen, hebben de derde naamval. Bijvoorbeeld:

  • beiwohnen
  • bei

    Formele zakelijke brief

    Wil je solliciteren bij een Duits bedrijf? Of wil je een klacht indienen over een product of dienst dat je bij een bedrijf uit Duitsland hebt afgenomen? Dan kun je het beste een formele zakelijke brief sturen. Voordat je zo’n brief daadwerkelijk kunt versturen, moet je hem eerst opstellen. Wanneer je dit nog niet eerder gedaan hebt, loop je mogelijk tegen problemen aan. Daarom leggen wij je hier uit hoe je een formele zakelijke brief in het Duits opstelt.

    De opbouw van een formele zakelijke brief

    Als je voor het eerst een formele zakelijke brief in het Duits wilt schrijven, weet je misschien niet precies hoe je moet beginnen. Gelukkig worden zakelijke brieven in het Duits eigenlijk altijd op dezelfde manier opgebouwd. Hieronder zie je hoe de opbouw van een zakelijke brief in het Duits eruit ziet. Aansluitend lichten we de verschillende onderdelen uit en vertellen wij je wat er behandeld moet worden.

    1. Adres van de afzender
    2. Adres van de ontvanger
    3. Onderwerp
    4. Plaats en datum
    5. Aanhef
    6. Inhoud van de brief
    7. Afsluiting
    8. Ondertekening

    Adres van de afzender en ontvanger

    Een zakelijke brief in het Duits begin je altijd met jouw eigen adres. Schrijf op de eerste regel je voor- en achternaam, op de tweede regel je adres en op de derde regel je postcode en woonplaats. Als je de brief vanuit Nederland stuurt, is het verstandig om dit erbij te vermelden. Dit doe je door op de vierde regel ‘Niederlande’ in te vullen. Verstuur je de brief van

    Sommige Nederlanders kunnen een aardig woordje Duits spreken, maar dit geldt lang niet voor iedereen. Toch zijn er genoeg mensen die denken dat zij zich prima kunnen redden in het Duits. Helaas worden er regelmatig fouten gemaakt. Wij willen jou graag behoeden voor dergelijke fouten. Daarom hebben we hieronder een aantal veelgemaakte fouten in het Duits op een rijtje gezet.

    Duits en Nederlands zijn twee talen die redelijk veel op elkaar lijken. Vandaar dat veel Nederlanders denken dat zij zich ook prima in het Duits kunnen redden. Toch is dit vaak een stuk lastiger dan je op voorhand denkt. Niet gek dat er behoorlijk vaak fouten worden gemaakt tijdens het voeren van een gesprek, het schrijven van een Duitse brief of het vertalen van een tekst naar het Duits. Soms levert dit zelfs pijnlijke missers. Benieuwd wat de grootste Nederlandse missers in het Duits zijn? Wij zetten er hier 15 op een rijtje!

  • Er is/er zijn

    Veel Nederlanders denken dat het woord ‘er’ in het Duits hetzelfde betekent als in het Nederlands. Dit is een misvatting. In het Duits betekent ‘er’ namelijk ‘hij’. Toch wordt het Duitse woordje ‘er’ regelmatig gebruik in combinatie met een vervoeging van het werkwoord ‘zijn’. Kijk maar eens naar deze zin: ‘Ist er hier eine Disko?’ Vertaald naar het Nederlands stel je de volgende vraag: ‘Is hij hier een disco?’ Kijk er daarom niet raar van op als een Duitser je met opgetrokken wenkbrauwen aankijkt als je hem deze vraag stelt. Hij begrijpt namelijk niet wat je be

    10 Duitse uitdrukkingen die iedereen zou moeten kennen

    Voor veel mensen is de Duitse taal een soort mysterie. Het klinkt hard, lijkt onmogelijk te leren en bevat bizar lange woorden (“Donaudampfschifffahrtsgesellschaftskapitän” is misschien wel mijn persoonlijke favoriet). En hoewel het niet tot de meest gesproken talen ter wereld behoort, zijn er bijna miljoen native speakers en nog eens miljoen mensen die het als tweede of derde taal kunnen spreken. Nog los daarvan zou ik zeggen dat het een van de meest expressieve talen ter wereld is, zoals de uitdrukkingen hieronder zullen bewijzen.

    Zeg ze tegen een taxichauffeur in Berlijn of in gesprek met die leuke barista in München en het levert je gegarandeerd een glimlach op (en misschien wel betere service).

    1. “Das ist mir Wurst”

    De letterlijke vertaling is: “Dit is worst voor mij”

    Wat betekent het en hoe wordt het gebruikt? Deze uitdrukking wordt gebruikt als iets je niet uitmaakt of als je ergens geen mening over hebt. Duitsers gebruiken deze uitdrukking graag als een simpel antwoord. Dus als iemand je “Was möchtest du heute machen?” (“wat zou je vandaag willen doen?”) vraagt en je geen voorkeur hebt, dan kun je simpelweg antwoorden met “Das ist mir Wurst!”. Wil je cool en als een local klinken? Maak “Wurscht” van “Wurst”, de zuidelijke slang voor worst.

    2. “Nur Bahnhof verstehen”

    De letterlijke vertaling is: “Alleen het treinstation begrijpen”

    Wat betekent het en hoe wordt het gebruikt? Als iemand “Ich verst

    Stappenplan terug naar Nederland verhuizen (remigreren)

    Leerplicht en kwalificatieplicht

    In Nederland geldt een leerplicht voor kinderen vanaf 5 tot 16 jaar. Zij moeten verplicht naar school. Is uw kind 16 of 17 jaar? En heeft het nog geen diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger (startkwalificatie)? Dan moet uw kind verplicht onderwijs volgen tot het 18 jaar wordt of 1 van deze diploma’s heeft.

    Lees meer over de leerplicht en kwalificatieplicht

    Schrijft u uw kind in op een school? Dan heeft u daarvoor het burgerservicenummer (BSN) van uw kind nodig. Heeft uw kind nog geen BSN? Dan kan de school bij DUO een tijdelijk onderwijsnummer aanvragen.

    Bekijk hoe u aan een burgerservicenummer (BSN) komt
    Lees meer over het tijdelijk onderwijsnummer

    Als uw kind Nederlands spreekt, leest en schrijft

    Volgde uw kind Nederlands onderwijs op een school in het buitenland? Vraag deze school dan om een onderwijskundig rapport. Daarin staan de schoolresultaten en hoe uw kind zich heeft ontwikkeld. Vraag de oude en de nieuwe leerkracht eventueel om de situatie van uw kind samen te bespreken.

    Is het niet duidelijk op welk niveau uw kind op de middelbare school kan instromen? Dan moet u dit mogelijk in overleg met de nieuwe school laten onderzoeken. Daarvoor kunt u terecht bij verschillende organisaties.

    Lees meer informatie over de terugkeer naar school in Nederland

    Als uw kind nog geen Nederlands spreekt, leest en schrijft

    Beheerst uw kind de Nederlandse taal niet of onvoldoende? Be